© Het Taallab
Deze site is een product van JansonAdvies.
Het gebruik van de informatie voor onderwijsdoeleinden is vrij.
Gebruik of overname van de inhoud van deze site voor commerciële doeleinden is verboden.
Kijk voor nog meer informatie op mijn andere website:
Dit deel gaat over de manieren waarop je taal kunt weergeven, met letters en met andere symbolen.
Het gaat dus over de spelling en wat daarmee samenhangt, maar ook over het effect van een bepaalde manier van opschrijven of weergeven.
Hier vind je ook onderwerpen die gaan over de manier waarop bepaalde klanken in andere talen worden weergegeven en hoe wij in het Nederlands dat dan weer overnemen, aanpassen of negeren.
Of je nu woorden in het Nederlands, Engels, Frans of Duits ziet staan, de letters zien er hetzelfde uit. Als je niet beter wist zou je kunnen denken dat alle teksten over de hele wereld er zo uitzien.
Maar wie even langer nadenkt, weet ook dat dit niet zo is: Arabisch, Russisch en Chinees zien er bijvoorbeeld heel anders uit. Hoe zit dat? Kan je onze letters zomaar vervangen door die andere tekens?
In deze Japanse krant (hiernaast) valt ook op dat de schrijfrichting anders is. Hoe zit dat bij andere talen? Hoe kan het dat er in deze krant maar zo weinig tekens op een pagina staan? Onze kranten staan vol met lettertjes, hoe zit dat?
Genoeg vragen om op zoek te gaan!
Wil je meer weten over het Chinese schrift, probeer dan het boek Chineasy te pakken te krijgen of ga naar de website www.chineasy.com (die is wel in het Engels). Daar zie je hoe de 200 basistekens zijn opgebouwd en ook worden gecombineerd tot nieuwe betekenissen.
Zo kun je jezelf de basis van (geschreven) Chinees leren...
Verzamel voorbeelden, probeer in contact te komen met mensen die zulke talen kunnen lezen en bevraag hen over de schrijfwijze van hun taal.
Vergelijk hoe in het Nederlands woorden met letters worden weergegeven met hoe dat gaat in andere talen. Zoek overeenkomsten en verschillen, en bedenk voor- en nadelen van elke variant.
Richt een tentoonstelling in en maak kaartjes met een toelichting of geef een rondleiding.
maar verschillende schrijfwijzen en betekenissen
Wie de betekenis van het woord nieuwsgierig (nieuws-gierig) niet kent, zou dit woord ook zo kunnen schrijven: nieuwschierig (nieuw-schierig). Als je aan het begin van een woord de klanken [s] en [ch] na elkaar hoort, dan schrijf je dat als sch. Dat is bij nieuwsgierig niet de spelling. Waarom niet?
De y is nooit een ei of ij geweest. De uitspraak van deze letter is óf [ie] óf [i], zoals in cycloon en synthese.
Zo werd die letter ook gebruikt in Nederlandse woorden en namen. De schilder Lucas van Leyden gebruikt de y i.p.v. de i. De Nederlandse naam moet daarom de vertaling van de Franse naam zijn: i-grec betekent Griekse i.
De ij is trouwens ook oorspronkelijk de weergave van de klank [ie]. Lange klinkers werden aangeduid met één letter die paste bij die klinker, maar met daarachter een i, als teken dat er sprake is van een lange klinker.
We kennen dat nog uit plaatsnamen als Oirschot, Oisterwijk en Huissen. Die lange klinker [ie] werd daardoor ook geschreven als ii. Dat gaf verwarring, zeker als er handschrift werd gebruikt. Daarom bedacht men dat je die tweede i wat kon verlengen. Zo stond er ij, maar de uitspraak bleef [ie].
Onder invloed van het Amsterdams veranderde deze uitspraak naar [ei]. In een wijde kring buiten die invloed van die stad bleef men tot op de dag van vandaag [ie] zeggen tegen de schrijfwijze ij. Wie [ie] zegt tegen ij maakt dus eigenlijk niet een afwijking, maar wie [ei] zegt... Dit betekent ook dat die i en j twee letters zijn. Bij het typen van letters merk je dat, maar bij verbonden schrift doet men vaak alsof het om een u met een staart gaat. De verbinding moet van de i direct naar de bovenkant van de j, want ook dan blijven het twee letters. De ij is niet de 27e letter van het alfabet!
En ga nu zelf maar weer op onderzoek:
- Verzamel woorden waarin de y voorkomt en sorteer die naar de uitspraak: is het [ie] of [i]?
- Ga op zoek naar namen van plaatsen en personen waarin een y voorkomt op de plek van een i. Hoe spreek je die daar uit?
- Als je dit (nog) niet gewend bent, oefen dan de verbinding tussen de i en de j, zodat je kunt zien dat het twee letters zijn.
- Verzamel ook een paar plaatsnamen die beginnen met een ij. Als je die opschrijft moet de eerste letter een hoofdletter zijn.
Bij deze aardrijkskundige namen moeten dat dan twee hoofdletters zijn, zoals bij IJsselmeer. Dat komt doordat die IJ ooit
eigenlijk een lang uitgesproken I was. Die tweede letter was geen deel van de klank, maar een uitspraaktip. Plaatsnamen
die beginnen met ei, krijgen maar één hoofdletter, zoals in Eibergen.
Het woord pictogram bestaat uit twee delen: picto en gram. Picto komt uit het Latijn en betekent zoiets als uitgebeeld of geschilderd. Gram komt van het Griekse gramma (teken), dat weer is afgeleid van het werkwoord graphein (ph=f) dat schrijven betekent. Die woorden herkennen we ook in fotografie (tekenen met licht) en seismograaf (tekenen met trillingen) en in diagram (schema), telegram (letterlijk: ver-schrift) of autogram (handtekening - letterlijk: zelf-teken, een selfie met letters...).
Pictogrammen zijn dus getekende plaatjes, die iets duidelijk willen maken zonder woorden te gebruiken. Daarom vertaalt men pictogram ook wel met het woord beeldschrift. Tegenwoordig verkort men het ook wel tot picto.
- Wat zou het pictogram hiernaast betekenen en waar zou dat te vinden zijn?
- Ontwerp zelf enkele pictogrammen die nuttig zouden zijn op jouw school of bij je thuis.
Controleer of anderen direct snappen wat de betekenis is en pas je ontwerp zonodig aan!
- Stel op grond van je onderzoek naar pictogrammen, en/of je ervaringen met eigen ontwerpen,
een lijstje op met eisen waaraan een goed pictogram moet voldoen.
- Geef, op grond van die lijst, punten aan de pictogrammen die je hebt verzameld.
- Bedenk waarom en waar pictogrammen handig zijn.
- Verzamel zoveel mogelijk voorbeelden van pictogrammen en bedenk wat ze
betekenen en waar ze gebruikt (kunnen) worden. Als je dat niet weet, kun je
ook zelf iets bedenken.
Je hebt vast deze afkorting wel eens gehoord. Hij betekent zoiets als "Help!"
Van welke woorden zijn die letters een afkorting en wat betekent dat letterlijk?
Hier betekenen deze letters iets heel anders, lees maar:
Een spatie is op zichzelf behoorlijk onzichtbaar.
Toch kun je overal struikelen over onjuist gebruikte spaties.
Vaak zijn die gewoon fout, regelmatig ook verwarrend, maar soms ook gewoon grappig.
Signalering Onjuist Spatiegebruik (SOS) strijdt op een vrolijke manier tegen onjuist spatiegebruik in de Nederlandse taal. Kijk maar eens op
www.spatiegebruik.nl
Hoe erg is het als je te vaak een spatie (=witruimte tussen twee woorden) invoegt? Dat ontdek op vast wel op die website of lees anders het boekje Weg om legging...
In het Nederlands schrijven we woorden zoveel mogelijk aanelkaar. In het Engels schrijft men de woorden zoveel mogelijk los. Door de invloed van het Engels doet men dat in Nederland ook steeds vaker. Daarom zijn er mensen die dat spottend 'De Engelse ziekte' noemen.
Woorden als langeafstandsloper, hogesnelheidstrein en rodewijnglazen schrijven wij dus aan elkaar. Als je toch een spatie invoegt, is dat niet fout, maar krijg je wel een heel andere betekenis: een lange afstandsloper, een hoge snelheidstrein of rode wijnglazen. Wat is het verschil? Waardoor komt dat?
- Verzamel nu zelf ook eens een rij van die lange woorden en kijk wat er gebeurt als je daarin een spatie zet.
- Wil je nagaan of je zelf spaties goed gebruikt doe dan even de test op http://www.spatiegebruik.nl/spatietoets
- Maak met een paar van zulke samengestelde woorden een tekst waarin je steeds die beide vormen (helemaal aan elkaar en met één stukje los) door elkaar gebruikt. Probeer daarmee te spelen zodat er een humoristische tekst ontstaat.
Er blijken woorden te zijn die precies hetzelfde klinken, maar die je toch verschillend schrijft. Dat verschil is bijna altijd maar één letter.
Zo kennen we de woorden: slap en slab,
rauw en rouw,
wei en wij,
voet en voed,
ligt en licht.
Dat verschil hoor je niet, maar zie je wel. Behalve een verschil in letters, is er bij deze woordparen natuurlijk ook een verschil in betekenis. Het werkt eigenlijk andersom: doordat de betekenis verschilt, moet je andere letters gebruiken. Zo hoort voet bij voeten, die lichaamsdelen die onderaan je been vastzitten. Het woord voed hoort bij voeden, wat hetzelfde is als 'te eten geven'. Als je naar die betekenis kijkt, hebben die woorden voet en voed dus niets met elkaar te maken. Als je die woorden hoort, merk je het verschil alleen door de zin, waarin die woorden gebruikt worden en betekenis krijgen, maar niet aan de klank van die woorden zelf.
Ga nu zelf eens op zoek naar zoveel mogelijk woorden die precies hetzelfde klinken, maar die je verschillend schrijft.
Maak met elk van die woorden een zin, waaraan je de betekenis kunt aflezen.
Je kunt die betekenissen ook laten zien met een tekening of een foto.
Tip: denk ook eens aan woorden uit het Engels of Frans, die wij in onze taal gebruiken. Die klinken wel precies hetzelfde als een 'echt' Nederlands woord, maar verschillen soms toch meer dan één letter. Voorbeeld uit het Engels: date - dat klinkt als ons woord 'deed', en uit Frans: oui - dat klinkt als ons woord 'wie'.
Dat zijn woorden die benoemen waarvan iets is gemaakt. Katoen, hout en ijzer zijn zulke woorden.
Als je die gebruikt in combinatie met een ander zelfstandig naamwoord, gebeurt er iets opmerkelijks.
Je schrijft dan: een katoenen broek, een houten stoel, een ijzeren staaf.
In deze combinaties is de stofnaam een bijvoeglijk naamwoord geworden en daarom noemt men deze woorden
stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden. Zoals je ziet eindigen die stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden dan steeds
op –en. Dat is een kenmerk van deze woorden. Waarom is dat opmerkelijk?
Verzamel nu eens zoveel mogelijk van die stofnamen. Maak daarna van elke stofnaam combinaties met een zelfstandig naamwoord en luister of je dan inderdaad niet [ǝ] hoort, maar steeds [ǝn] aan het eind.
Ik kan alvast verklappen dat er stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden bestaan, waarin je die [ǝn] niet zult horen. Probeer, als je er een paar gevonden hebt, eens te bedenken waardoor die [ǝn] aan het eind juist bij deze woorden niet voorkomt?
Bespreek je verklaring met andere leerlingen. Waarover zijn jullie het eens? Controleer of jullie verklaring voor al die woorden klopt. Trek tenslotte een conclusie uit wat je hebt gevonden.
Noteer die duidelijk op een poster en schrijf de woorden, die daarbij horen, (foutloos...) eronder.
Stel je voor dat we nooit punten en komma's zouden gebruiken. Dan waren die hoofdletters aan het begin van een zin ook niet nodig. De hele tekst werd dan een lange zin. Hoe erg zou dat zijn?
Beschrijf maar eens wat je aan het doen was het afgelopen halfuur, of wat je ziet als je naar buiten kijkt. Maar schrijf of type dat zonder punten en komma's, gewoon achter elkaar door. Als je klaar bent, moet je het natuurlijk even teruglezen, om te controleren of je geen woord of letter vergeten bent. Dan merk je meteen, hoe lekker dat leest zonder al die kleine tekentjes... Laat het ook even aan iemand anders lezen, en let dan eens op hoe die dat doet. Gaat dat vlot, krijg je commentaar, of merken ze niets bijzonders?
Ga dan eens proberen of je kunt bedenken wat het nut van die punten eigenlijk is en waar je in je tekst misschien beter toch punten kunt zetten. Als je dat hebt gedaan, lees je de tekst nog een keer, en let dan op of je verschil merkt. Leest het zo prettiger?
Dan blijft de vraag, of je eigenlijk wel komma's nodig hebt. Waren er zinnen, die toch wel wat lang waren, voordat die punt kwam? Of waren er juist zinnen, die al een punt hadden gekregen, terwijl ze eigenlijk nog een beetje verder gingen? Dan zouden dat weleens plekjes kunnen zijn, waar een komma beter past. Probeer dat eens uit, en zet waar nodig toch maar zo'n komma erin. Lees dan de tekst weer opnieuw, en ga na, of je nu echt verschil merkt.
Pak dan eens een boek van je favoriete schrijver. Onderzoek dan daarin, waar die schrijver punten en komma's heeft gebruikt. Is dat op dezelfde plekken, waar jij het ook zou hebben gedaan? Maakt die schrijver lange zinnen, of juist veel korte? Wat maakt, dat je juist in de boeken van deze schrijver zo lekker leest?
Tja, als je dat hebt ervaren, dan ga je natuurlijk zelf ook op het goed gebruiken van komma's en punten letten... Succes!!
Naast al die gewone letters, gebruiken we ook regelmatig hoofdletters. Je schrijft je eigen naam met een hoofdletter aan het begin en dat is niet toevallig. Alle namen van mensen, van huisdieren, van steden en dorpen, van straten en pleinen, van streken en provincies, van bergen, rivieren, meren en zeeën, en ook van landen en werelddelen moeten we schrijven met een hoofdletter.
Ook de planeten hebben ooit namen gekregen, zoals Mars en Saturnus. Hoewel onze aarde ook tot de planeten gerekend wordt en vroeger ook verbonden werd met een naam uit de Griekse mythologie, hebben we die koppeling losgelaten.
Die aanduiding 'aarde' verwijst dus niet meer naar een naam van Griekse of Romeinse goden, maar is gewoon de eigen aanduiding van ons unieke hemellichaam. Een 'echte' naam is daardoor niet nodig, want er zijn toch geen andere. Een echte naam gebruik je om iets of iemand van anderen te onderscheiden.
Woorden die soorten van iets benoemen krijgen daarom geen hoofdletter. Of het nu gaat om woorden als mensen, honden, katten, paarden, landen, sterren, zeeën of planeten, al zulke groepsaanduidingen hebben altijd een kleine beginletter. Maar als we één lid van zo'n groep bedoelen, gebruiken we wel een naam, die je schrijft met een hoofdletter.
Soms komt er een komma op de plaats van de eerste of van de eerste paar letters van een woordje. Die komma komt dan bovenaan, voor de laatste letter van dat woord: het wordt dan 't of ik wordt 'k. Deze soort komma's noemen we een apostrof. Het is meer spreektaal dan schrijftaal dat je zo noteert, want het geeft weer hoe die woordjes klinken. Dat kan in een verhaal juist goed passen, als iemand daar zoiets zegt., want dan lees je hoe het toen klonk.
Het woordje dat je zo afkort is eigenlijk altijd het onderwerp van die zin. Wie of wat dat is, blijkt dan al helemaal duidelijk. Daardoor zal ieder die dat hoort of leest toch direct snappen wie of wat met die laatste medeklinker wordt bedoeld.
Als je een zin begint met een woordje met een apostrof moet je wel even goed opletten als je die zin opschrijft! Welke letter wordt dan een hoofdletter aan het begin van die zin? Wat is dan de juiste keuze? ’t Is zo gerepareerd of ’T is zo gerepareerd?
Als het eerste woord met een apostrof begint, krijgt het woord daarná de hoofdletter, want die apostrof staat voor de laatste letter van een woord en die hebben nooit een hoofdletter:
’t Is zo gerepareerd. ’k Zie je!
Misschien had je zelf al bedacht dat die hoofdletter op deze plek logisch is...
Bij namen gebruiken we nooit een apostrof in plaats van de eerste letters: Jan voetbalt wordt dus nooit 'n voetbalt...