Het Taallab            uitdagende taalactiviteiten voor basisonderwijs

uitdagendetaalactiviteiten voor basisonderwijs

Het effect van taal 

Dit deel gaat over wat taal teweeg brengt. Dat kan gaan over misverstanden, over pesten, over gevoelens die je met taal kan oproepen of veroorzaken. 

Het gaat ook over verschillende manieren waarop je hetzelfde kunt zeggen. Want waarom krijgt zij dat wel voor elkaar en zij niet? Waarom krijgt de een respect voor wat hij zegt en wordt een ander uitgelachen, terwijl hij hetzelfde bedoelt?

Bij onderzoek naar het effect van taal kijken we ook naar boeken en andere teksten. Wat maakt dat je van deze schrijver steeds meer wilt lezen en van die andere niet? 

En verder is het natuurlijk heel aardig om zelf op allerlei manieren uit te proberen welke effecten jij voor elkaar kunt krijgen met jouw taal!

Slechte slogans

Stel je voor: iemand verkoopt eieren. Die eieren haalt hij zelf bij de boer, want hij wil dat zijn eieren zo vers mogelijk zijn. Hij maakt reclame met deze zin: ‘Regelrecht van kippenkont naar mensenmond!’

Zou jij deze eieren kopen? Toch werkt de zin waarschijnlijk goed, want eierhandel Marco Kleijer in Putten gebruikt hem echt. Waarom zou de zin goed werken, denk je? Kun je een andere reclamezin voor verse eieren bedenken die ook opvalt, maar waarbij je niet meteen aan kippenkonten denkt?

Elk jaar is er een verkiezing voor de ‘slechtste slogan’. Die verkiezing is vooral grappig: de reclamezin die ‘wint’ is vaak eigenlijk de grappigste. Hieronder zie je een paar van die ‘slechte slogans’. Misschien kunnen jullie een verkiezing in de klas houden. Welke vinden jullie het grappigst?

- Theo en Peet, voor al u electriciteet (PC van der Peet)

- Wespen horren buiten (Unilux-horren)

- ’t is VERS(C)HOOR (Verschoor groente- en fruithandel)

- Van kop tot kont, worst in de mond (Worstenbroodjes van de
    Millse molen)

- Wees geen domme gans, steun de Dierenambulance!
   (Dierenambulance   Amsterdam)

- Your shit is my food! (Loodgietersbedrijf L.P. Reith, Den Haag)

- Wij spelen open taart (Strik Patisserie, Nijmegen)

- Rara wie Bunnik? (Autodealer Nefkens, Bunnik) 

Woorden roepen emoties op

De woorden van iemand kunnen anderen aan het lachen maken, aan het huilen brengen of boos laten worden. Woorden kunnen emoties bij anderen veroorzaken. Hoe kan dat?

Zijn het echt alleen die woorden, of is er meer?

Zoek eens naar concrete voorbeelden, dat iemand ging lachen, verdrietig of boos werd of andere gevoelens liet merken, doordat iemand anders wat zei. 

Kan dat ook gebeuren doordat iemand juist niets zegt?

Onderzoek eens wat een komiek / cabaretier (bv. iemand als André van Duin) zegt, waarna het publiek gaat lachen. Wat maakt dan dat zij gaan lachen? Wat is dan 'grappig', waardoor is het daar op dat moment 'grappig'?

Zou dat ook gebeuren als die tekst niet door deze persoon werd gezegd, maar door iemand anders, bv. een van je buren? Of als het werd gezegd op een heel ander moment en/of plaats?

Zou je hetzelfde effect merken als de toeschouwers de tekst alleen zouden mogen lezen, in plaats van die te horen? Probeer dat eens uit!

Dat moet je ook lezen!

Soms lees je een boek, dat je verschrikkelijk goed vindt. Als het spannend is, wil je het liefst achter elkaar doorlezen, om te weten hoe het afloopt. Als het grappig is, wil je misschien steeds stukjes voorlezen aan anderen. Wat maakt zo'n boek nu zo bijzonder? Veel boeken zijn 'best aardig', maar als je ze uit hebt, ben je ze ook weer snel vergeten. Maar af en toe tref je het en lees je boeken die helemaal 'met je meegaan' en die je misschien wel voor een tweede keer wilt lezen. 
Als jij ook zo'n boek kent, ga dan eens onderzoeken wat dit boek zo anders maakt.

Bedenk een paar onderzoekbare vragen, waarmee je antwoord kunt krijgen op deze vraag.

  • Maak ook een vergelijking met een of twee andere boeken, die jij juist niet bijzonder vond. Beschrijf duidelijk wat je conclusies zijn.
  • Maak op basis daarvan ook een lijstje met tips voor schrijvers: hoe maak je een BIJZONDER boek?
    Misschien kun je die tips nog even voorleggen aan de schrijver van jouw favoriete boek? Zou hij/zij het daarmee eens zijn?

Naar de bekende weg 

Heb jij weleens aan iemand de weg gevraagd, of heeft iemand een keer aan jou de weg gevraagd? Dan heb je vast gemerkt dat het soms best lastig is om zo'n route duidelijk uit te leggen. Ook maakt het vaak verschil of je die route moet lopen, of met de fiets of een auto moet rijden.
Eerst even zelf proberen: laat iemand uit je groep aan jou de weg vragen naar een adres in de omgeving van de school. Neem als dat kan je uitleg op, zodat je het daarna samen kunt terughoren. Hoe duidelijk was je? Snapte de ander hoe de route ging? Doe het nog een keer met een andere bestemming en draai ook de rollen om. Is duidelijk wat een routebeschrijving lastig maakt? Wat gebruik je als herkenningspunten? Deed je maatje dat met dezelfde 'dingen' (gebouwen, borden, enz.)

Ga dan een onderzoekje doen. Interview ten minste tien medeleerlingen en laat ze beschrijven hoe ze lopen of rijden van school naar huis. Neem die beschrijvingen weer op. Let vooral op welke herkenningspunten ze gebruiken als ze van richting veranderen. Let er ook op hoe ze die punten noemen. 
Vergelijk die routebeschrijvingen en noteer de verschillen en overeenkomsten. Wat doet (bijna) iedereen? Wat maakt dat je een van die beschrijvingen het beste vindt? 

Kijk ook eens hoe de mensen in dit filmpje dat doen!
https://www.youtube.com/watch?v=xFbBHU92XKE 

Maak op basis van je bevindingen een lijstje met tips voor als iemand je de weg vraagt.

Naar de bekende weg (2)

Een bekende cabaretier vertelde in een van zijn voorstellingen dat een man hem de weg vroeg naar de Emmalaan. Toen hij antwoordde dat hij die niet wist, zei de man: "Oh, maar ik wel: dan moet u die straat uitlopen en aan het eind tweemaal linksaf!". Dat is een reactie die je niet verwacht. 

Veel gesprekjes verlopen namelijk precies zoals je verwacht. Misschien luister je niet eens naar het antwoord op je vraag.
Neem de vraag "Hoe was het op school?" (of een variant daarop). Verzin op deze vraag een verrassend antwoord en probeer dat, als je de kans krijgt, eens uit. Heeft dat antwoord effect op de ander? Zo ja, welk dan?

Verzamel nog meer van die standaardvragen, die op school, thuis of op andere plekken waar je komt gebruikt worden. Bedenk bij elke vraag  antwoorden die de vragensteller waarschijnlijk niet verwacht. Probeer dat eens uit en let vooral op het effect dat zulke onverwachte antwoorden op die ander hebben.

Kan je nu een conclusie trekken over het soort reacties dat je krijgt? Maakte het uit of het serieus klonk of dat het alleen maar een gek antwoord was?

Schrijf een verhaal waarin je dit soort gesprekjes laat voorkomen. Probeer vooral ook het effect van die verrassing in je verhaal duidelijk te beschrijven.

Peuters weten het al

Je hebt vast weleens gehoord dat heel jonge kinderen, die nog niet naar school gaan, soms heel korte zinnen gebruiken. Dat lijkt primitief, maar ze gebruiken wel precies de woorden die belangrijk zijn. Je snapt meestal precies wat ze bedoelen. In de 'peuterzin' ik jarig is helemaal duidelijk wat wordt bedoeld. Ook in een zinnetje als papa sturen lijkt er ook geen misverstand mogelijk. Probeer nu eens zulke zinnetjes te bedenken of gebruik de voorbeelden uit het document hieronder. 

peuterzinnen.pdf (20.59KB)
peuterzinnen.pdf (20.59KB)

De bedoeling is dat je samen met een maatje deze kaartjes uitknipt en sorteert onder de kopjes doen en zijn, die je ook daarbij ziet staan

Als dat is gelukt moeten jullie samen eens proberen te bedenken wie er wat doet of wie wat is. Kun je van die peuterzinnen complete zinnen maken, dus met meer woorden, maar wel met dezelfde betekenis?

Het gezegde maakt het verschil

We hebben in onze taal twee soorten gezegdes. Het ene beschrijft wat het onderwerp ('de hoofdrolspeler') van de zin doet, het andere beschrijft hoe het onderwerp ('de hoofdrolspeler') is. Je zou die twee typen rollen kunnen benoemen als 'doen' en 'zijn'. 

In de zin Het was de vierde Troonrede die koning Willem-Alexander deze week uitsprak staat het doen van de koning centraal. Dit citaat uit NRC suggereert zelfs dat de koning het die week erg druk had. De boodschap ging eigenlijk niet over de koning, maar over de Troonrede. 

Door die wat omslachtige constructie  'het was de vierde troonrede' is het betekenisloze 'het' ook nog eens onderwerp van die bijzin geworden. Dat bevordert nog meer dat de nadruk op die sprekende koning komt te liggen.
Het zou duidelijker en juister zijn geweest als de zin gewoon met 'de Troonrede' was begonnen: De Troonrede, die de koning deze week uitsprak, was alweer zijn vierde. Wil je toch een doenzin, dan kan dat heel simpel: Koning Willem-Alexander sprak zijn vierde Troonrede uit deze week. Zo is een hoofdzin genoeg.

In de oorspronkelijke zin heeft 'het was de vierde Troonrede' de rol van lijdend voorwerp in de zin 'die koning Willem-Alexander uitsprak'. Op deze manier zijn er drie aanduidingen van 'Troonrede': 'het', 'de vierde Troonrede' en 'die'. De hoofdzin is een doenzin en beschrijft het doen van de koning.
In het alternatief is dat anders. Daar is 'de Troonrede' het onderwerp van de hoofdzin, en die zin is een zijnzin, want die noemt een kenmerk van het onderwerp.

De volgorde van de zinsdelen en de manier waarop ze met elkaar verbonden zijn, bepalen blijkbaar de betekenis. In de voorbeelden zorgt het eerst noemen van 'deze week' ervoor dat het lijkt alsof ze alle vier in die week werden uitgesproken. Die volgorde bepaalt het accent en dat verandert de betekenis.

Door erop te letten of de zin die je maakt een zijnzin of een doenzin is, kun je ook nagaan of wat je belangrijk vindt ook echt die nadruk krijgt.

Bedenk eens een paar zinnen en ga daarmee variëren. Maak van een zijnzin een doenzin een omgekeerd. Verander de volgorde van de woorden en ga na of de betekenis van die zin dan duidelijker of juist minder duidelijk is.
Doe dit soort onderzoekjes samen met een of twee anderen en vergelijk steeds jullie zinnen. Is wat jij 'duidelijk' vindt ook zo duidelijk voor die anderen?
Wat is het effect van het veranderen van een doenzin in een zijnzin? Heeft die keuze ook effect op de sfeer in je verhaal? Wordt het op de ene of de andere manier leuker of spannender?  

De functie van de delen van een zin

De woorden en woordgroepen in een zin hebben allemaal een eigen functie voor de betekenis van die zin. Dat wist je natuurlijk al. Toch is het misschien leuk om te weten dat taalkundigen aan universiteiten naar zoiets ook onderzoek doen. 

Onderzoek zelf maar eens of je een vergelijkbare indeling kunt herkennen bij elke zin. Dat zou je zo kunnen doen:
a. bedenk zelf (samen met een maatje) een paar 'mooie'
    zinnen; 
b. zoek in je leesboek een paar zinnen die je mooi vond.

Onderzoek dan bij elke zin of je alle woorden en woordgroepen (zinsdelen) zo kunt sorteren dat ze een vergelijkbare functie hebben.
Zou je je eigen zinnen nog mooier kunnen maken met wat meer decor of drama? 

Werkwoorden - en de rollen die daarbij horen -

Heb je wel eens goed naar werkwoorden gekeken of geluisterd. Taalkundigen deden dat wel. Zij vroegen zich af of je werkwoorden ook op een logische manier kunt indelen. En ja, dat bleek te lukken.

1. Werkwoorden met maar één speler. 
     Voorbeeld: slapen        - Ik slaap.

2. Werkwoorden met twee spelers.       
     Voorbeeld: verzorgen  - Hij verzorgt zijn zieke moeder.

3. Werkwoorden met drie spelers.        
    Voorbeeld: geven          - Zij gaf mij een klein pakje

Let op: deze zinsdelen met de rol van speler in een zin, beginnen niet met een voorzetsel. Als een zinsdeel wel met een voorzetsel begint, dat je ook gewoon kunt weglaten, dan telt dat zinsdeel ook. 

Voorbeeld: 

Gisteren gaf | ik | aan haar | een lolly|. 
                            1           3                 2

Gisteren gaf | ik | haar | een lolly|.
                           1         3               2                                        

Verzamel nu zelf eens twintig, heel verschillende werkwoorden en probeer daarmee zinnen te maken, waarin je één, twee of die spelers een rol geeft. Heb je van alle drie de soorten evenveel voorbeelden? Is dat toeval of niet?

-----

Als je nog meer wilt onderzoeken, dan kun je ook nog een vierde soort speler gaan uitproberen.
Er zijn namelijk werkwoorden die altijd hetzelfde voorzetsel gebruiken. Daarom noemen we dat een vast voorzetsel. Voorbeeld: Wij staan te wachten op de trein. Hier is 'de trein' ook een speler in de zin, maar wel met dat voorzetsel ervoor. Bij het werkwoord wachten komt steeds het voorzetsel 'op'. Maar er is wel iets raars aan de hand.
Als iemand zegt "...op de trein." ben je geneigd direct omhoog te kijken: bovenop de trein. Maar in 'wachten op de trein' doe je dat wachten niet bovenop de trein! Dat voorzetsel 'op' is, zodra het een vast voorzetsel is geworden, zijn betekenis kwijt. 
Ga nu ook eens op zoek naar zulke zinsdelen die horen bij werkwoorden met een vast voorzetsel en controleer of dat voorzetsel daar ook geen betekenis meer heeft. Heeft het voorzetsel nog wel betekenis, dan kun je ook een ander voorzetsel op die plek zetten. Controleer maar of dat klopt!

 Geheimtaal (1)

Als je iets wilt schrijven aan iemand, maar niemand mag weten wat dat is, kun je die woorden verstoppen in andere woorden. Zo ontstaat er een soort geheimtaal. 

Laten we eens eenvoudig beginnen.

 Kun jij zien welke dieren verstopt zijn in deze woorden:

-          adviseren, visioen, activist, televisie

-          zegelring, regeling, spiegel, ijspegel

Probeer het nu zelf eens met lam, mus en aap.

Kun jij ook dieren met een langere naam verstoppen in woorden?

Geheimtaal (2)

Je kunt ook een boodschap verstoppen door de letters te vervangen door cijfers.

9 11   7 1   14 1 1 18    4 5  19 16 5 5 12 18 21 9 14. 7 1   10 5   13 5 5?

De toegang tot de oplossing noemen we ‘de sleutel’ en die vind je hieronder:

a b  c d e  f  g h i  j  k  l  m n  o  p q  r  s   t   u   v  w   x   y   z
 1  2  3  4  5  6  7  8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26

Probeer dit ook maar eens uit met een eigen boodschap!

Kun je een manier bedenken waardoor zo’n cijfercode moeilijker wordt?

Spreek met je vriend(innet)je zo’n code af en probeer het uit!



Er volgt meer!

 

Opbellen
E-mail
Info